Mijn vingers zijn niet heel groen. Het is mij zelfs wel gelukt om kamerplanten die het etiket ‘makkelijke verzorging’ hebben, te laten sterven.
Of nog erger, bijna te laten sterven, toch weer water geven. Sommige planten zien dan het licht, en proppen al die nieuw verworven energie in een bloem. Om vervolgens uitgeput ter aarde te storten.
Maar toch heb ik wel wat met planten,vooral eigenlijk omdat ik vers aangemaakte zuurstof in huis een heel prettig idee vind.
En, ik vind het ook echt een uitdaging om vanuit een zaadje of een stekje een plantje groot te brengen. Om zodra ze groot zijn ze uit het oog te verliezen, en dan gebeurd wat ik eerder beschreef. Behalve als ik een plantje met een verhaal heb, dan verzorg ik het trouw genoeg om het te laten overleven.
Sinds ik samenwoon met Prins in ons kasteel gaat het heel goed met de planten.
Sommige hebben zelfs het stadium van ‘welig tieren’ bereikt. Wat is hierin het causaal verband?
Opeens was er licht!
Van een donker huisje met raam op het noorden, wonen de plantjes nu in een doorzonnige oost-west etage, met uitzicht op groen. Groen zien, doet groen zijn? Het is maar een idee.
Opeens was er regelmaat!
Prins is van het taken inplannen, en daardoor gaat nu iedere zondagmiddag om 3 uur een plingeltje af met de boodschap: plantjes watergeven! Natuurlijk is dat niet een al te handige tijd, want net dan zijn we natuurlijk even naar het bos. Maar toch, uiteindelijk gebeurd het wel die dag of de volgende.
Opeens waren er verhalen!
Doordat ik zo een inniger band met onze plantjes kreeg luisterde ik ook beter naar de verhalen die de plantjes te vertellen hebben. Net als al het andere materie waar ik aan hecht, zijn de plantjes sleutels tot herinneringen.
En dáárdoor ben ik ben dan weer alerter op de plantjes die echt wel 2x per week iets willen en voila! Ze blijven in leven! En die verhalen? Die kun je hier verwachten.
We beginnen met de Moederplant.