Wat een contrast.
Afgelopen vrijdagavond heerlijk geswingd, ouwerwetse disco, opzwepende funk: mijn lijf was soepel en flexibel. Zelfs alle gewrichten in mijn benen werkten zonder protest. Springen, draaien: alles waar de muziek mij toe inspireerde, voerde mijn lijf uit.
Wat een heerlijkheid. Wat een feest!
Die middag had ik geborreld met wat meiden die ik van het sporten bij de fysiotherapeut ken. Gezellig clubje. We zitten geen van allen voor onze zweetvoeten daar, maar er is een duidelijk verschil in belastbaarheid. Een van de meiden merkte daarom op: “je kan toch beter een hartinfarct hebben gehad dan dat gedoe van mij, jullie hebben meer energie” doelende op mij en een van de anderen, die net als ik een hartinfarct heeft gehad. Ik sputterde tegen. Ik moet mijn energie goed verdelen, het is zeker geen onuitputtelijke bron!
Nu na een paar dagen oplopende hitte,
is mijn lijf toch echt weer hartpatiënt. Moe, heel moe, en niet alleen door het slechte slapen, daar heeft vooral mijn brein last van. Opgezwollen van alle vocht (een kilo of 3 erbij in een paar dagen tijd). Ik voel de stressreactie van mijn hart. Het moet harder pompen, en nog harder pompen, maar dat kan het niet, want ik slik medicijnen die dat juist voorkomen. Soms doet het meer kwaad dan het goed.
Wat een contrast.
Toen ik het onderscheid tussen mij, mijn lijf, mijn gevoelens en mijn gedachten nog niet zo kende, raakte ik verschrikkelijk gefrustreerd, boos en verdrietig van dit soort dagen. “Nou is het eindelijk mooi weer, en nu kan ik niets” en “Vroeger was ik op mijn best met echt heet weer: hoe heter hoe beter! Nu ben ik een wrak!”
“Wat een ellende!”
Inmiddels heb ik geleerd dat het echt tegen me werkt als ik dat soort herinneringen en gedachten over “toen kon ik wel….” veel ruimte geef. Of, zoals de sportvriendin hierboven deed, mezelf vergelijk met anderen. Daar raak ik gedeprimeerd van. Nu vaar ik op wat wel kan op dit moment. Zoals weer eens de tijd nemen om een stukkie te schrijven, een boek te lezen en weer eens echt diep ontspannen, wat er de laatste tijd steeds vaker bij in schiet, maar waar ik zoveel baat bij heb.
En dat zoveel mogelijk zonder oordeel over mezelf of de situatie. Het is, wat het is. Ik ben oké, ondanks alle contrasterende verschijningen die mijn gevoel, mijn gedachten en lichaam aannemen.
Ik ben onveranderlijk prima!
(voorjaar/zomer 2019)
Wat een prachtig schrijfsel. Wat een prachtvrouw! X